‘Niemand luistert naar ons’ Caroline de Groot: ‘In het mensenrechten verdrag staat dat iedereen recht heeft op opvang. De gemeente komt ineens met eisen van zelfredzaamheid.’ De twee medewerkers van Bureau Straatjurist, waar daklozen terecht kunnen met vragen, stoppen ermee. Ze lopen vaak tegen te starre Amsterdamse regels aan. ‘Dit is waar je rechten voor studeert.’
Het parool door: Hanneloes Pen
Jurist Caroline de Groot (59) is inmiddels een bekende in de daklozenwereld. Al zeven jaar helpt de oud verpleegkundige dak- en thuislozen met juridische adviezen over het verkrijgen van een opvangplek of uitkering of bij de kwijtschelding van schulden. Maar met stip op een staat haar hulp bij het aanvragen van een briefadres. “Het is de meest gestelde vraag van daklozen: hoe kom ik aan een briefadres? Zonder briefadres besta je niet. Je krijgt geen uitkering, geen zorgverzekering, geen DigiD. Je kunt je niet inschrijven bij Woningnet en mag niet de stemmen.
Eigenlijk ben je rechteloos.” Het is een hoofdpijndossier, zegt ze, dat nog steeds niet is opgelost. “Elk jaar weer schrijven we het op in ons jaarverslag en kaarten we het aan in het overleg. Vooral mensen die bij iemand op de bank slapen – dat kunnen dakloze gezinnen en alleenstaanden zijn- krijgen geen briefadres. Er wordt helaas niets aan gedaan.”
Ambassadeur Van der Laan
De Groot zette zeven jaar geleden, na haar studie rechten, het juridisch steunpunt voor dak- en thuislozen op dat al snel werd omgedoopt tot Bureau Straatjurist. “Dat is waar je rechten voor studeert: voor mensen die kwetsbaar zijn.”
Het steunpunt werd destijds geopend door burgemeester Eberhard van der Laan, die ambassadeur van de daklozen was. Om het jaar nodigde hij de medewerkers van Straatjurist uit voor een gesprek. “Hij vond het, als oud advocaat, belangrijk dat daklozen toegang hadden tot het recht en ook dat ze stemrecht hadden.”
Weggestuurde daklozen krijgen geen beslissing op papier en kunnen dus ook geen bezwaar aantekenen. De ambtenaar die vervolgens door Van der Laan op haar af werd gestuurd, beloofde dat er een loket zou komen waar daklozen hun briefadres kunnen aanvragen. “Maar dat loket is er nog steeds niet. Er is inmiddels wel een mailadres waar ze naar kunnen schrijven en via dat adres worden ze al dan niet afgewezen.”
In zeven jaar 2705 daklozen geholpen
De Groot heeft in die zeven jaar op de kop af 2705 daklozen geholpen. Toen ze net begon, kende ze Amsterdam, noch de daklozenwereld. Ze verspreidde folders van haar steunpunt en hield kennismakingsgesprekken. Weldra liep haar ‘wachtkamer’ vol. In 2014 kwam haar collega Jenny Boer (60) erbij. Hun clientèle bestaat vooral uit mannen van middelbare leeftijd, de ‘klassieke’ dakloze, maar er komen ook gescheiden mannen langs die van adres naar adres trekken of moeders met kinderen die de nachten doorbrengen in hun kennissencircuit.
Een ander heikel punt in haar praktijk, zegt De Groot, is het ontbreken van een schriftelijke verklaring als daklozen worden geweigerd bij de opvang of het aanvragen van een uitkering. “Een dakloze die om opvang of een uitkering vraagt, wordt vaak weggestuurd bij de balie van de gemeente of DWI. Ze krijgen geen beschikking, een beslissing op papier, en kunnen dus ook geen bezwaar aantekenen. Hoe kan dat in een wereldstad als Amsterdam?”
Volgens het mensenrechtenverdrag heeft iedereen recht op opvang.
De gemeente komt ineens met eisen van zelfredzaamheid
Ook de regel dat daklozen niet worden opgevangen als ze zelfredzaam zijn, gaat haar aan het hart. “Als een dakloze geen psychiatrische problemen heeft of verslaafd is, is hij zelfredzaam en mag hij dus niet in de opvang. Wij vinden dat een rare interpretatie van de wet. Volgens het mensenrechtenverdrag heeft iedereen recht op opvang. De gemeente komt ineens met eisen van zelfredzaamheid. Iemand die op straat terecht komt, is toch duidelijk niet zelfredzaam.” De Groot en Boer voelen zich gesteund door het recente rapport van de Amsterdamse Rekenkamer die stelt dat de opvang in Amsterdam verte wensen overlaat. Er is geen opvang voor het groeiend aantal daklozen en de doorstroom is slecht. Ze publiceerde er wetenschappelijk over met Jochem Westert in het NJB.
Schrijnende gevallen
Nog een ding moet haar van het hart: de troosteloosheid van de opvang. “Waarom zijn de matrassen zo dun? Waarom krijgen daklozen geen kastzakje waar ze overdag hun rugzak of spullen kunnen neerzetten. Soms maak ik me zo zorgen over de hele schrijnende gevallen dan lever ik iemand letterlijk af bij de GGD of de opvang.” Toch is het na zeven jaar genoeg geweest en willen ze een statement maken. “We zijn het moe om elk jaar dezelfde riedel te houden: dat iedereen recht heeft op opvang. Dat de bejegening van daklozen beter moet. Dat er beschikkingen moeten komen. Niemand luistert naar ons, wij worden er moedeloos van. Nu is de gemeente aan zet. Wij stoppen ermee.”
Twee nieuwe medewerkers nemen het Bureau Straatjurist volgende week over.
Over de auteur